De Ander


Als ik na een teleurstellend bezoek aan een salon niet meer zo goed begrijp waarom ik ook alweer tango dans, lees ik altijd even de passages over de tangolessen in het boek 'De vier maaltijden' van Meir Shalev. In dit boek wil een man zijn geliefde ten huwelijk te vragen, maar zijn onbeholpen pogingen hebben geen succes. Een Italiaanse immigrant meent echter hoe hij haar wel zo ver kan krijgen. Hij moet de dans der dansen leren, de Argentijnse tango, de hoogste en verhevenste van alle dansen. Dát zal haar vermurwen.
De Italiaan geeft de trouwlustige man danslessen, die trouwens meer behelzen dan het leren van danspassen. De tango is immers de dans van de aanraking en de ene aanraking is de andere niet.
Ik heb veel over tango gelezen, maar de beschrijving uit 'De vier maaltijden' is me het liefst. Zoals de tangodans hierin wordt voorgesteld, zal iedere eenzame ziel naar dansles brengen.

Het is alweer jaren terug dat ik mijn eerste danslessen nam. Mijn eerste danspartner was een Italiaanse vrouw. Zij had net als ik geen partner, dus wij besloten een paar te worden. Zij ging leiden, ik volgen.
De eerste danslessen waren een aaneenschakeling van geworstel, slappe lach, hilarische improvisaties en hoog oplopende discussies. Niks geen zoetgevooisd, aanmoedigend gefluister in mijn oor, maar Italiaans gevloek, gemopper en getier. Precies wat ik ook op mijn hart had. Gaandeweg dansten we eindelijk iets dat op tango leek, in ieder geval goed genoeg om een salon te bezoeken. Het moest er maar eens van komen, het kon toch niet zo zijn dat wij alleen 'droog' dansten. In de salon durfde ik evenwel de vloer niet op, maar ik had geen keus, mijn Italiaanse dreigde met de verschrikkelijkste dingen als ik de dansvloer niet opging, dus met trillende knie‘n volgde ik haar naar de dansvloer. Daar zette zij gelijk hoog in, al het geleerde moest toch wel in een paar passen te doen zijn, maar algauw werden we een speelbal van de heersende turbulentie 'met de klok mee', met dat gevolg dat wij naar het midden van de zaal tolden, waar we continu tegen andere verstoten paartjes aanbotsten.
Geen opbeurende ervaring, in ieder geval een reden om subiet voor altijd te stoppen. Toch gaven de prestaties van de volleerde dansers ons goede moed om door te gaan. Het moest toch te leren zijn? Helaas raakte ik mijn Italiaanse na twee jaar kwijt. Zij werd verliefd op een ander en ging toen met haar op tangoles.

Na mijn driftige Italiaanse kwam een lieve Hollandse. Door haar kreeg de tango weer een andere dimensie; zachtheid, elegantie en versieringen deden hun intrede. We volgden een cursus Di Sarli, oefenden in de huiskamer nieuwe passen, gingen samen naar salons, wisselden persoonlijke ervaringen uit, het kon niet op. Lukte het dansen niet, dan konden we altijd nog praten over het dansen. Maar uiteindelijk werd zij verliefd op een ander en ging met haar op tangoles.

Ik vond het nu eigenlijk wel genoeg met de vrouwtjes. Dat doet maar, dat wordt maar verliefd en mij wordt niks gevraagd. Ik besloot een man als danspartner te zoeken, dan zou ik dat gesodemieter met de liefde vast niet hebben.
Ik vond een prachtige man, we volgden een cursus Di Sarli en namen lessen bij een andere tangodocent. Dat schoot op. Geen vuiltje aan de lucht. Ik was blij met mijn nieuwe aanwinst. Hij mocht er zijn. Een tikkeltje te mooi, maar daar kon hij ook niks aan doen.
Tegen mijn verwachting in werd hij toch verliefd op een ander en ging met haar verder op tangoles.

Tja. Ik zocht opnieuw een danspartner, maar keurde hem nu vooral op zijn 'vrouwgevoeligheid'. Hij moest niet 'op zoek' zijn, niet te mooi, niet te sociaal, niet te charmant, niet al te goed communiceren, maar toch wel enigszins de basispas machtig zijn. Het behoeft geen verdere uitleg dat zulke mannen dun gezaaid zijn. Ik heb er lang naar gezocht, maar ik heb hem niet gevonden.
Intussen leerde ik beter tangodansen in de salons, van uiteenlopende mannen. De tangopartner van mijn dromen kon ieder moment tevoorschijn komen, maar hoe beter ik ging dansen, hoe vager mijn ideaalbeeld werd. En er kwam iets anders voor in de plaats...

De tango was inmiddels goed in mijn lijf gemasseerd zodat ook ik klaargestoomd werd voor de liefde, of ik wilde of niet. Daar had ik niet zoveel over te zeggen. Het lijf begint al te spreken voor het hoofd bij zinnen is.
Ik werd verliefd op een Argentijn. Hij gaf mij les, we dansten de sterren van de hemel, we vreeën onder de maan, maar in ieder land had hij een ander.
Ik viel voor de charmes van een stadsgenoot, hij leerde mij weer nieuwe danstechnieken, maar aan zijn pink hing al spoedig een ander. Ik belandde toen in de armen van de mooiste danser die ik me kon voorstellen, maar bij het ochtendgloren zei ik van de zenuwen dat ik ook een oogje had op een ander.
Na wat verder gemin en getreur kreeg ik plotsklaps een serieuze geliefde maar trok ook een grens - hoe kan ik anders? - voor de ander.

Het tangogevoel zoals beschreven staat in Meir Shalev's boek, kwam ik na enkele jaren op salons niet meer tegen. Zo poëtisch, vol verwachting, vol egards, in deze dans van de 'ingehouden lust, het opdrogend speeksel en de pijn van het vleselijke heimwee'.
Als deerne liet ik mij onderdompelen in deze poel des vlezes, als dame op leeftijd zie ik welke geneugten en verdriet de tango ook bij anderen sporen nalaat. Het brengt mensen bij elkaar, drijft mensen uit elkaar. Geen tanguero/tanguera of er hangt een verfrommeld visitekaartje aan. Maar de tango is en blijft een dans voor minnaars. Wie niet bemint, doet de dans geen recht.

Dat huwelijksaanzoek in Meir Shalev's boek, dat verliep zo romantisch niet. Na vele danslessen is de man de tango machtig zodat hij de vrouw van zijn dromen ten huwelijk vraagt. Zij weigert zijn aanzoek. Ze heeft een ander.

Mirella Colauto, 12 maart 2004