Afrikaanse toestanden



Gottogottogot, ga je een weekje ter ontspanning op vakantie, kom je gebroken terug. Neen, ik ben helaas niet ontvoerd door knappe Arabische mannen en voor drie kamelen verkocht (wel wat weinig Udo, drie kamelen! Ik weet dat ik een dag ouder word mag ik mag er nog best zijn), maar inderdaad wel door mysterieuze omstandigheden gestrand in Afrika.

Het begon met de tango, zoals zoveel dingen gebeuren. Je gaat op tangoles en op een dag woon je samen. En nu ging ik dan met mijn kloris op tangoweek, fijn in de heuvelen van het zuiden. Na een weekje dansen, oefenen, veel eten en drinken, folkloristische voorstellingen van andere muziekculturen bekijken en beluisteren, werd de laatste avond de bonte avond waarin iedereen los ging op alle soorten muziek die er in het gebouw te horen was. Accordeonmuziek, met doedelzak, viool, drums, fluit, enz., in folk, jazz, klezmer, Afrikaans.
Een tamelijk vrolijke en grenzeloze boel, behalve dan in onze toko, de tango. In onze geïmproviseerde salon werd er wel wat gedanst, maar een aantal tangueros ging bijtijds naar bed en de rest van de overgebleven tangomannen zaten zwaar met onze knappe Argentijnse maestro te praten over de basispas, terwijl tegen de muur een batterij tangovrouwen passief zat te wachten op een dansje, het liefste met de maestro natuurlijk, maar met minder was ook goed. Kortom, het klassieke plaatje van een gemiddelde tangosalon.

Hoogste tijd om te gaan buurten. Ik had al een tijdje gehangen bij de vrolijke volksmuziek op accordeon en viool waar veel mensen volks op dansten. Ik heb altijd erge zin om mee te doen met deze vrolijke dans, maar de choreografie is niet helemaal te volgen. Er zitten nogal wat dansers tussen die onvoorzien tegen hun buur aanknallen, wat toch niet de bedoeling kan zijn.
Ik ging maar eens af op een ander geluid. In de verte klonk namelijk een intens ritme, een opwindende beat. Het kwam uit de kelder van het gebouw. Afrikaanse percussie, op drums, maar ook bijvoorbeeld op een grote plastic vuilnisemmer, er werd getrommeld op alles wat hol was en lekker klonk. Het was opzwepend! En potjandorie, wie zag ik daar stampen, wild met zijn armen zwaaien, de heupen draaien (jaja), de kont naar achter, de benen uiteen? Mijn eigenste kloris! Samen met twee andere tangueros, die ook alle kanten op stuiterden. Ik begaf me in het gewoel, zakte door de knieën, deed mijn kont naar achteren, wiegde met de heupen en begon ook wild met mijn armen te zwaaien. Ik heb ook nog een Afrikaanse yel, dus die deed ik er ook bij.

Het is wel zo met percussie, er komt geen einde aan, je danst tot je er bij neervalt. Dus dansten we maar door, kopiëerden de verhalende gebaren van een mooie negerin (met de arm de oogst van het land binnenhalen) en moedigden het bevruchtingsritueel aan dat opeens ontstond tussen twee wild dansende tangueros, waarbij de man bevrucht werd door de vrouw. Ja, je moet er maar op komen, maar daarvoor moet je ook ervaring met tango hebben.
De percussionisten wilden van plek veranderen, dus al drummend pakten ze hun drums en vuilnsbakken op en langzaam wandelden ze door de dansende menigte, op weg naar de trap. Wij allen dansten er onverdroten achteraan, mee de trap op, door de gang, door de bedeesde tango salon waar de drums de tangomuziek overstemden, onderwijl luid yellend, stampend, armen zwaaiend, kontdraaiend, naar het podium in een andere zaal. Daar heb ik na tien minuten af moeten haken, omdat ik inmiddels niet alleen zeiknat van het zweet was, maar ook nog eens oververhit.
In de tangosalon ging ik afkoelen en keek ik naar de mij onbekende mensen die op tangomuziek walsten of anderszins dansten. De tangueros waren nog aan het praten. Het was inmiddels erg laat geworden, nu verlangden we naar heel erg lang slapen.

Vier uur later bij het vroege ontbijt keken wij tangueros elkaar wat melig aan, want van feesten krijg je nou eenmaal een houten kop en veel nadorst, maar ook de slappe lach van de nazit. Het was me het weekje ook wel. Allemaal leuk en aardig, zoveel nieuwe informatie over de tangodans, maar je moet het wel ergens kwijt kunnen. Je moet alle beperkingen, grenzen, techniek en regels van de beheerste tangodans even van je af kunnen schudden en wegstampen. Deze ochtend na Afrika voelde mijn geest dan ook heerlijk leeg en opgeruimd, maar fysiek wel geheel gesloopt.
Vanmorgen kon ik geeneens fatsoenlijk mijn bed uitkomen, omdat zo'n beetje al mijn spieren pijn doen op vreemdste plekken. Op de kamelenmarkt zou er nog geen kameel voor me gegeven worden. Maar ik vond het wel waard, dit uitstapje.

Miep