Rastango
door Marinus de Vries



In 1956 viel schijnbaar definitief het doek voor de Tango. Vanwege politieke en economische redenen werd de bodem weggeslagen onder de Tango. Orkesten hielden op te bestaan. Nieuwe muziek die nadrukkelijk was gemaakt om op te dansen werd niet meer geproduceerd. Slechts een enkeling als Piazzolla kon overleven. Maar deze Dali van de Tango kon dat omdat zijn slangenbezweerdersmuziek geperst was in een idioom dat als contradictio in terminis bekend staat als luistermuziek. Luistermuziek dus die zittend geconsumeerd dient te worden en niet, zoals sommigen tegenwoordig denken, terwijl je op de dansvloer staat.

Maar........waar is de Tango?


Terwijl muziekstromingen komen en gaan, nieuwe wendingen worden gegeven aan reeds bestaande genres en muzikanten hun creativiteit aanwenden om nieuwe klanken te ontdekken, is een dergelijke zucht naar nieuwe horizonten sinds, pak 'm beet 1955, totaal afwezig in de Tango. Ooit moet het zo geweest zijn dat, als je in Buenos Aires ging dansen, iedere keer weer volstrekt nieuwe muziek hoorde van improviserende orkesten. Maar daar zit nu dus decennia lang al hevig de klad in. En daar zit dus ook een hevig probleem. Want wat je ook van al die goedwillende Tangogezelschappen van tegenwoordig denken mag, nieuwe kost zit er in ieder geval nooit en te nimmer bij. Kundig, dat wel, maar het blijft een conserverende muziekpraktijk. Niet dat die er niet moet zijn, maar na honderd keer gedanst te hebben op Donato, Biagi, d' Arienzo, enz. wil ik eens een keer wat anders horen. De ontwikkeling van de tangoDANS staat eveneens zo stil als een geblokkeerde ezel. Want waar een rivier droog is komen te staan groeit ook geen gras. Als er geen nieuwe beat wordt toegevoegd blijft ook de andere helft van de tweeling inhoudelijk sur place.


Hoe nu verder?


Blijven we bewegen op de plaats rust, of nemen we daar geen genoegen mee?
Sinds ik dans intrigeert me de vraag hoe Tango klinken zou die net zo swingt als die oude meuk maar die dan niet gemaakt is in grootmoeders tijd, maar NU. Verdomme, is er dan geen één muzikant die eens een keertje wil experimenteren zoals het een scheppend kunstenaar betaamt!? Er ligt een schat aan materiaal om geherinterpreteerd te worden of wat mij betreft desnoods door de samplemachine gehaald kan worden. Of staat het soms geschreven in de tien geboden dat Tango voor eens en altijd gemaakt moet worden met een bandoneón?
Tijden zijn veranderd. In de eerste helft van onze eeuw was er in Argentinië zoveel emplooi voor muzikanten dat het mogelijk was om er een boterham te verdienen. Ook was er genoeg 'kritische massa' om nieuwe muziek op te leveren.

Begin zeventiger jaren gebeurde er iets interessants. All over the Globe stikte het ondertussen van de dancings. Met name in sommige dancings van de grote stad New York gingen zgn. discjockies sleutelen aan onze, of anders wel andermans perceptie van muziek. Francis Grosso was waarschijnlijk de eerste d.j. die dansplaten aaneenreeg tot een ononderbroken groove. Met als resultaat de hypnose van de meute die gevangen werd op de dansvloer. Grosso ontwikkelde ook de techniek om twee platen gelijktijdig af te spelen waarmee een geheel nieuw geluid ontstond. Deze stappen waren cruciaal voor de transformering van de d.j. van een levende 'jukebox' in een figuur die de centrale positie in ging nemen binnen een contemporaine danscultuur. Stappen die cruciaal waren voor het ontstaan van het fenomeen House.

Stel nu dat onze Tango d.j.'s hetzelfde zouden doen, ophielden met het uithangen van de levende jukebox en het heft in eigen handen namen. Hier een scratch en daar een dub uitdeelden en platen die inmiddels pimpelpaars en grijs gedraaid zijn aaneen en over elkaar gingen draaien. Dat zou nog eens een groove opleveren. Stop daar vervolgens muzikanten bij zonder watervrees voor de dag van morgen en voor je het weet ontwaken we in verwondering uit de Tangoslaap waarin we sinds de vijftiger jaren zijn ondergedompeld. Synthesizers, keyboards, samplers, drum-modules, de hele rattaplan is tegenwoordig te koop voor redelijke prijzen. Gooi er desnoods een bandoneón tegenaan en voor je het weet dansen we op eigentijds geluid. Op 'ons geluid'. Dit voor de avonturiers onder ons.

Maar........lieve mensen, ookal blijven die lui met de platenkoffertjes en de muzikanten staren naar Toen: dan nóg ligt de weg wijd open naar morgen. Immers, met een een beetje computer en Midi-software, met daarop aangesloten een minidiscapparaat kan eenieder die daar de lust voor voelt onze, danwel andermans perceptie van de Tango kraken en omvormen tot een geheel eigentijds geluid. Dus zonder het kind met het badwater weg te spoelen en de unieke Tango-beat aan te tasten kan zelfs iedere huismus(icus) onder ons aan de slag. Natuurlijk levert dat een hoop rotzooi op. Maar ook een opening en uiteindelijk een Post NuevoTango (noem het schepsel voor mijn part Rastango Pasta). Als er weer muziek vloeit is er ook weer een eigentijdse bedding voor onze heilgymnastiek. Dan is de Tango geen anachronisme meer zoals nu, maar een volwaardig eigentijds fenomeen. Of dacht u soms dat die op de plaats rust genomen ezel, die al bijna een halve eeuw denkt dat het licht op rood staat, enige kans van slagen heeft om ook het volgende millennium te overleven?