De Gallo met z'n keiharde Ocho's



Mooi zijn ze hč. Keurend kijkt Marisol (24) om zich heen. Dit zijn de echte mannen, de mannen van de noordelijke grensplaats El Grūn. De enige echte die er zijn. Grote buikige Grūno's zonder cowboyhoed op. Wijdbeens zitten ze in de danstent El Majo midden in de 'bario' van het publieke horizontaal genot Del Snol.
Buiten een neonreclame met een afbeelding van een grote GSM. Daaronder de letters 'ladies bar' wat hier betekent dat er in tegenstelling tot belendende panden, waar meestal slechts plaats is voor één vrouw, ook meerdere exemplaren van dit geslacht naar binnen mogen.
Een man met een snorretje zit muurvast te zwijgen. Gouden ring met robijn en puntschoenen van struisvogelleer.
Heeft hij ook koeien wil ik weten. Marisol lacht: hun paard is een buikschuiver van het laatste model, hun lasso een GSM en hun verpletterende hallucinerende charme. Vleiend hangt ze over naar de man die José heet. Die ondergaat haar avances als een blok gewapend beton. Waarom valt ze op deze klerenkast probeer ik opniew. Omdat hij een keiharde Ocho heeft zegt Marisol. En wil je werkelijk weten waarom hij zo'n Ocho heeft? vraagt ze uitdagend. Omdat hij een volbloed Gallo is. Daarom!

Gallos, hanen, of ook wel Germanōs noemen ze zichzelf. De noordelijke Potenōs aan de grens. Ze zijn afkomstig uit staten als Friesioa, Drentho of Gronihuahua. Sappige grasstaten waar de kolonisatie al vroeg op gang kwam. Toch wordt de nortenō door de rest van het land gezien als een hautaine schuinsmarcheerder. Maar onder de oppervlakte schuilt bij menig landgenoot een diepe afgunst op hun blankere huidskleur, hun zelfbewustzijn en hun onverholen machismo.
Twee potente Gallos oefenen hun pasjes
in de vestibule van danslokaal El Majo
In El Majo worden de vrouwen niet ten dans gevrįįgd, maar genómen.Een tik op de bil en daar vliegt ze door de lucht. De Grūno vangt hen op, gooit ze van zich af en wikkelt ze in een hijgende spiraal om zijn heupen omlaag. 'De mannen van de keiharde Ocho en de hallucinerende omfloerste blik' zingt de band. Liever zien zij de dood onder ogen dan te leven als een gewas.
Hier klinken geen oeverloos en tot vervelens toe herhaalde tango's en milonga's zoals in de rest van het land. De muziek gaat hier recht op en neer en de teksten liegen er niet om. 'Ik ben de baas der bazen' klinkt het op de laatste CD van de populaire nortenō-groep Los Tigres del Norte. De CD is geheel gewijd aan Gerardo Gosos. 'Wie mij naar de kroon wil steken is gestorven. Vele doden liet ik op mijn pad. Zelfs de regering dong naar mijn gunsten. Omdat ze weten dat ik een super Gallo ben'.

Dit wordt niet in dank afgenomen door de leiding van El Patio, de cafetario in oprichting van een rivaliserende gang. Terwijl ik rond mag kijken in de bouwput wordt er onverminderd doorgetimmerd aan het nieuwe onderkomen, vol kroonluchters en Tabasco zitjes. Die Gosos is een bluffer zegt de nieuwbakken uitbater van El Patio. Maar 'wee z'n gebeente' dat ie inbindt zodra wij los gaan.

Inmiddels heeft José in El Majo z'n lippen op die van Marisol geplakt. Kort maar heftig is ook haar ervaring. Onlangs is haar Gallo doodgeschoten. Maar bij de pakken neerzitten is er in dit woeste noordelijke El Grūn niet bij. Want nauwlijks een week bekomen van de schrik zit ze al weer hevig te flirten met een nieuwe ster aan haar donkerrose firmament. Zij is altijd van de partij als El Majo los gaat. Opgeleid aan een van de immer samenwerkende swingscholen van El Grūn weet ze dan ook ruimschoots haar vrouwtje te staan op het moment dat ze genomen wordt en geacht wordt zich als een 'ana'conda te wervelen om de spierbundels van menig potente Grūno. Deze verwent haar op zijn beurt met een keiharde Ocho en een hallucinerende omfloerste blik.
'Ik ben de baas der bazen' zingen de Los Tigres. En ondertussen kust José andermaal Marisol. De tent stroomt vol en vrouwen vliegen door de lucht. De beat zweept nu de menigte op tot aan de toppen van ieders vermogen. José, Gerardo, verdomd zelfs no-hardfeelings-Francisco zwiepen hevig vrouwlijk schoon in de lucht. Weer gaat de bel en paradeert een volgende Gallo met gouden tanden, een GSM en omfloerste blik El Majo binnen.
Terwijl de rest van El Grūn is gewikkeld in een diepe slaap davert El Majo opz'n grondvesten. Buikschuivers met daarop potente Gallo's komen van heinde en ver de hoek om scheuren om tot stilstand te komen tegen de gevel van de meest noordelijke maar ook meest woeste cafetario van het land.
Godallemachtig hier worden daden verricht. Keiharde Ocho's worden vlijmscherp geplaatst. Hier vliegen de vonken eraf. Hier komen de bario's bijeen. Hier slaan de swingscholen hun tanden in één.
Hier ontrolt zich een schouwspel waarbij zelfs de taferelen verbleken van mijn Boebka excursie naar de dansdatsja's van het even zo woeste Moskou, nu precies een jaar geleden. O.K. that was a hell of a time. Maar nog veel ruiger is El Grūn, waar de nortenō Gallos met hun keiharde Ocho's, onverbiddelijke GSM's en hallucinerende omfloerste blik keihard toeslaan.

No Pasarįn ! Viva El Majo ! Viva El Grūn !